Rijstbouw in Nickerie

by Raj

Rijst is voor de meeste bevolkingsgroepen in Suriname het hoofdvoedsel. Rijst wordt voornamelijk in de districten Nickerie en Coronie geteeld. Rijst wordt ook door de marrons aan de Beneden-Cottica ( district Marowijne), (verschillende soorten zwamprijst) en aan de Boven-Tapanahony en Boven-Suriname (verschillende soorten droog land rijst) geteeld. De Marrons telen rijst om in hun eigen behoeften te voorzien.

De rijst arealen in Nickerie liggen aan de kustvlakte en ze zijn zeer geschikt voor de natte rijstbouw. Dankzij de overschakeling naar machinale landbouw is Suriname in staat enorme hoeveelheden rijst te produceren. De Stichting Machinale Landbouw, een staatsbedrijf in Wageningen is in de vijftiger jaren door Nederlandse deskundigen opgezet als een project en behoorde decennia lang tot de belangrijkste centra in de wereld voor de ontwikkeling van nieuwe rijst rassen. 

In vergelijking met andere delen van Suriname is het voordelig om in Nickerie aan (natte) rijstbouw te doen, want Nickerie heeft: vruchtbare kleibodems, overvloed aan zoetwater, twee teeltseizoenen per jaar, weinig rijstziekten, ondernemende rijstproducenten en arbeiders ( verwerkers). Contract arbeiders waren al gewend om rijst te telen en dit was een extra impuls om rijst als hun middel van bestaan in Nickerie uit te oefenen. In 1890 begon de rijstproductie in Nickerie. In 1897 droeg de productie ongeveer 11,350 kg. In het begin van de 20ste eeuw droeg Nickerie met 8% bij aan de rijstproductie. Door de plaatsing van een stoom peller ( steam mill) in 1905 werd Nickerie onherroepelijk tot het rijstdistrict verklaard. Behalve de pellerij werden irrigatiesystemen aangelegd en zwampen ingepolderd. 

In 1910 begon de opbloei van het rijstdistrict, doordat er meer aan rijstbouw werd gedaan. In 1929 werd Nickerie gezien als: “ a district where the small farmers are heading for a promising future ….” Tijdens de Tweede Wereld oorlog trad een kleine stagnatie in de rijstproductie doordat het beleid van de Verenigde Staten meer aandacht besteedden aan de mijnbouw industrie. In de 60’er jaren maakte Nickerie weer een bloeiperiode door zowel de kleinschalige – als de grootschalige rijstbouw.

Het land bestaat voor een groot deel uit zwampgedeeltes in Nickerie. Daarom is het belangrijk om de zwamparealen in te polderen. De arbeiders die worden ingezet werken ongeveer 8 uren per dag en soms zelfs korter. Door de inzet van moderne machines en zaaimethoden is de betrokkenheid van de eigenaren vergroot en de inzet van arbeiders bedraagt slechts 2-8%. De inzet van moderne machines heeft ertoe bijgedragen dat de padieproductie is gestegen. Ook heeft die ertoe geleid dat er geen hoge kosten tijdens de productie worden gemaakt. Binnen korte tijd kan een grote oppervlakte bewerkt worden door de machines. Doordat er machines worden aangeschaft en grote oppervlaktes bewerkt kunnen worden, is de rijstbouw zeer aantrekkelijk geworden voor meer ondernemers om te investeren in deze sector. Enkele grote rijstondernemers zijn onder andere: Manglie’s rijstbedrijf, Baitalie N.V., N.V. Alesie, Tjin A Djie, Sun Rice, Ishaak, Rijstpak N.V., Fal N.V., Karaya, Sahara N.V., etc. enkele polders waarer rijstteelt wordt gedaan zijn de volgende: Klein –Henar polder, Paradise, Longmay, Sawmillkreekpolder, Waldeck,11. (Bron: Rijstproductie in Suriname, auteur Asha)

Leave a Comment